zuid-italie-2023.reismee.nl

Dag 19 Matera

Vandaag blijven we de hele dag in Matera.

Matera is een van de oudste permanent bewoonde steden ter wereld. Matera is beroemd om de zogenaamde Sassi, grotwoningen. Het wordt dan ook wel La Città dei Sassi (stad uit steen) genoemd. Zoals de bijnaam aangeeft is de oude stad uit de rotsen gehouwen. ‘s Avonds levert dat een sprookjesachtig decor op door de duizenden lichtjes die oplichten vanuit de uit kalkhellingen gehakte huisjes. Hier, op het plateau van de Murge, woonden al mensen in het paleolithicum, de oudste periode in de prehistorie van de mensheid. Het verhaal gaat dat de rotsen op de plek waar nu Matera ligt al vanaf de achtste eeuw dienst deden als schuilplaatsen voor kloosterlingen die gevlucht waren uit het Byzantijnse Rijk. Langzamerhand hakten zij meer en meer ‘woningen’ in de grotten uit en ontstonden er zelfs kloosters in de rotsen.

De stad aan de Gravina bestaat uit twee bewoonde karstdalen, de Sasso Barisano en de Sasso Caveoso, en het hoogste en oudste deel is de Civita. Mensen kwamen hier naartoe om zich te beschermen tegen talloze gevaren. Ze groeven grotten uit in het zachte tufsteen, waardoor er een stad ontstond die zijn gelijke niet kent. De smalle straatjes en trappen, ondergrondse doolhoven en grotten vormen een labyrint waarin je plotseling voor kloosters, grotkerken, Byzantijnse fresco’s of barokke paleizen komt te staan. De architectuur is uniek en vormde een prachtig decor voor films als The Passion of the Christ van Mel Gibson (2004) en James Bond “No time to die” (2020).

De benaming Sassi komt voor zover we weten voor het eerst voor in een document uit 1204. Met ‘Sasso’ of ‘Sassi’ worden de twee gebieden aangeduid waar woningen volledig uit steen zijn gehouwen. Sasso Barisano ligt in het noorden, Sasso Caveoso in het zuiden. In de Sassi woonden hele gezinnen, samen met hun kippen en andere dieren, op betrekkelijk kleine oppervlaktes. Veel mannen in Matera waren schaapherders die een groot deel van het jaar in de bergen rond Matera verbleven en dan ook daar in de rotsen overnachtten. Af en toe kwamen er enkelen naar beneden, om de door hen vervaardigde kaasjes naar huis te brengen.

In de jaren vijftig van de vorige eeuw woonden er nog zo’n dertig- tot veertigduizend mensen in de grotwoningen die zo kenmerkend zijn voor Matera. Dat betekent dat iedere woning gemiddeld door maar liefst negen personen bewoond werd. Door de slechte sanitaire omstandigheden (de mensen leefden vaak samen met dieren in dezelfde ruimte) was het sterftecijfer zeer hoog. Door deze gevaarlijke leefomstandigheden werd daarom het besluit genomen dat iedereen de Sassi moest verlaten. Matera werd toen de schaamte van Italië genoemd. Als gevolg hiervan ontstond er een enorme leegstand en was Matera aan het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw verworden tot een soort spookstad. De inwoners kregen een huis toegewezen in het nieuwe, naastgelegen dorp Martella.

Sinds 1993 staan de Sassi van Matera op de Werelderfgoedlijst van Unesco en sindsdien is er gelukkig veel veranderd (alhoewel een deel van de grotwoningen in Matera nog altijd onbewoond is, wachtend op iemand die de uitdaging aangaat om een woning te renoveren). In dit gebied bevindt zich ook de Convicinio di Sant'Antonio, een wijk ontstaan in de 12e en 13e eeuw. Helaas kunnen we deze niet bezoeken vanwege restauraties.

We beginnen onze dag met een fantastisch ontbijt met uitzicht op de stad, vers klaargemaakt door de eigenaresse van de B&B. Wat is dit genieten.

Daarna lopen we naar Santa Maria di Idris, een van de bekendste rotskerken in Matera. Deze kerk in Sasso Cavoso stamt uit de 14e eeuw en ligt op een rots vlakbij onze B&B. Het interieur is heel minimaal; het is vooral de buitenkant van de rotskerk die de aandacht trekt. De kerk van Santa Maria De Idris staat in het bovenste deel van de rotsachtige uitloper van Montirone (of Monterrone), vlakbij San Pietro Caveoso. De locatie is schitterend en biedt een uniek uitzicht over de stad en de Gravina. De kerk maakt deel uit van een rotscomplex waartoe ook de oudste crypte behoort, gewijd aan San Giovanni in Monterrone. Deze crypte is belangrijk vanwege de fresco's die erin bewaard zijn gebleven, variërend van de 12e tot de 17e. De naam van de tempel – Idris – is vrijwel zeker afgeleid van het Griekse Odigitria (gids van de weg of van het water). In Constantinopel werd de Maagd Maria zo genoemd en vereerd, door Byzantijnse monniken in Zuid-Italië werd zij geïntroduceerd in Italië. De kerk is onregelmatig van vorm en wordt gekenmerkt door twee afzonderlijke delen: één gebouwd en één uitgegraven. De gevel, bescheiden en gemaakt van tufsteen, werd in de 15e eeuw na een instorting herbouwd. Het is verfraaid met een kleine klokkentoren. Het interieur bestaat uit een enkele kamer en heeft enkele redelijk goed gemaakte fresco's, deels geruïneerd door de tijd en verwaarlozing.

We kopen hier een voordeelkaart om meerdere kerken en musea te kunnen bezoeken in de komende dagen. De volgende kerk die we daarom bezoeken is de rotskerk van Santa Lucia alle Malve. Santa Lucia is de 1e vrouwelijke kloosternederzetting van de Benedictijnse Orde, die dateert uit de 8e eeuw. De buitengevel van het voormalige kloostercomplex loopt langs de rotswand met een reeks ingangen die naar evenveel interne holtes leiden. De binnenruimte bestaat uit 3 beuken. Het rechterschip is altijd open gebleven voor gebed en aanbidding. Ieder jaar op 13 december, de dag van Santa Lucia, vindt er hier een plechtige mis plaats. De andere 2 beuken werden vanaf de 18e eeuw tot in de jaren 50 omgebouwd tot woningen en pakhuizen, een transformatie waarbij bijna alle rotskerken in de twee districten van de Sassi betrokken waren. In deze kerk zien we zeer oude fresco’s, sommige zelfs 1000 jaar oud. Ze zijn heel goed bewaard gebleven. Ze behouden hun kleuren alleen perfect als ze worden uitgevoerd met een speciale techniek. Deze eeuwenoude techniek bestond uit het aanbrengen van een zeer natte pleisterlaag waarop een model van karton of ander materiaal werd geplaatst met de vorm van het onderwerp waarin fijne putjes moesten worden aangebracht. Vervolgens werd het gedept met een klein pleistertje gedrenkt in kolenstof, waardoor er een spoor achterbleef op het lichte pleisterwerk. Dit verklaart de reden waarom er in sommige gevallen, en vaak in dezelfde kerk, twee fresco’s zijn, misschien in verschillende kleuren maar met dezelfde vorm, omdat hetzelfde karton als sjabloon werd gebruikt. Vervolgens werd het fresco definitief omlijnd en gekleurd, met behulp van kleuren verkregen door het mengen van kalk, tufsteenpoeder, soms organische stoffen met plantaardige pigmenten afkomstig van bloemen en planten en met gekleurde poeders afkomstig van het versnipperen van bepaalde mineralen en aarde. Dit alles moest echter gebeuren zolang de ondergrond nog vochtig was; door het drogen werd de kleur feitelijk vrijwel onuitwisbaar vastgelegd, zoals we vandaag de dag nog steeds kunnen waarnemen. We mogen helaas geen foto's nemen van de fresco's, net als in veel grotkerken hier.

Daarna lopen we door naar Palombaro del Sasso Caveoso, hier zie je hoe de watervoorraad in het vroegere Matera was geregeld. Hier vlakbij ligt de Vicinato Pozzo, waar we een rondleiding krijgen door een oude steeg. Hier woonden vroeger meerdere gezinnen samen, er was een groot saamhorigheidsgevoel. De mannen werkten, de vrouwen zorgen voor het huis en de kinderen. In iedere woning was er ook ruimte voor het vee, vooral de ezel had een belangrijke plaats in de woning, deze was immers van onschatbare waarde. Kinderen waren minder belangrijk, daar had ieder gezin er meerdere van. De rondleiding is heel leuk opgezet, met in meerdere ruimtes films over het leven van vroeger maar ook over hoe het leven verandert is sinds de tweede wereldoorlog in Matera. Als je deze woninkjes ziet, kunnen wij ons niet voorstellen dat men daar soms leefde met 9 personen en een ezel.

Na de lunch lopen we naar de andere wijk, de Sasso Barisano. Weer heel veel trappen op en af, maar het is echt de moeite waard. We bezoeken de MATA Museo Diocesano. Het museum is verdeeld over drie grote zalen waarin belangrijke werken uit de 11e en 19e eeuw worden tentoongesteld, afkomstig uit de schatkamer van de kathedraal en uit de kerk van Santa Chiara. Tot de oudste artefacten behoren een enkolpion of borstkruis van Byzantijnse makelij, gemaakt in het midden van de 11e eeuw, waarschijnlijk in een werkplaats van de tiraz van Palermo, evenals het armreliekschrijn van Sant'Eustachio, patroonheilige van Matera, geheel gedecoreerd in reliëf uit de eerste helft van de 15e eeuw.

In het centrum van deze abdij stond een kerk die in 1084 werd voltooid en waarvan niets bewaard is gebleven behalve het reliëf (crypte), het deel onder het hoofdaltaar. Het is de oudste rotskerk in de stedelijke omgeving, nu toegankelijk vanuit het Bisschoppelijk Museum. Binnen het reliëf zie je nog steeds inscripties op de muren die verwijzen naar de benedictijnse wereld en sporen van fresco's die getuigen van het gebruik dat dit bouwwerk had. Via deze crypte lopen we naar de Duomo.

De Duomo van Matera werd gebouwd tussen 1230 en 1270. De kathedraal is bovenop een ander religieus gebouw gebouwd waarvan alleen het onderste deel en de crypte bewaard zijn gebleven. Het is een kerk in Apulische Romaanse stijl die nog steeds belangrijke middeleeuwse fresco's en een stenen kerststal uit de 16e eeuw bewaart, het werk van de beeldhouwer Altobello Persio. De hoofdingang van de kerk is versierd met verschillende beelden. Een stuk hoger is de rosone een blikvanger, het karakteristieke rozetraam met een beeld van aartsengel Michaël erboven. Het interieur van de Duomo is anders dan de buitenzijde doet vermoeden volledig in barokstijl gedecoreerd. Aan de zijkanten zie je verschillende fresco’s met scènes uit het leven van Maria, aan wie de kerk ook is gewijd. Bij het hoofdaltaar vind je, achter glas, het beeld van de Madonna della Bruna, dat elk jaar op 2 juli een hoofdrol speelt tijdens het zogenaamde Festa della Madonna della Bruna, waarbij het beeld in een lange processie door de stad trekt.. De feestdag zou ooit zijn ingesteld in 1389. Het verhaal wil dat een boer beloofde om een mysterieuze adellijke dame mee te nemen naar Matera, op voorwaarde dat de dame van zijn wagen klom voor ze het stadje naderden, om te voorkomen dat men over hem zou roddelen. Toen de boer bijna in Matera was, bleek de dame echter spoorloos verdwenen; er was alleen een standbeeld overgebleven. De mysterieuze dame was namelijk niemand minder dan Maria. De boer droeg het standbeeld naar de Duomo, waar iedereen het beeld wilde aanraken en kussen.

Il Duomo heeft in de loop van de tijd aanzienlijke veranderingen ondergaan, vooral tijdens de 16e eeuw en in de eerste decennia van de 18e eeuw. Er werden toen veeleisende werken uitgevoerd na het bezoek van de kardinaal-aartsbisschop Benevento Vincenzo Maria Orsini (1649-1739) die in 1724 paus werd onder de naam Benedictus XIII. Door de wil van de energieke aartsbisschop Antonio Maria Brancaccio zijn de verticale raamstijlen van het cleristorio aangepast, evenals de constructie van het houten verlaagde plafond, het veranderen van de muren en de daaropvolgende creatie van stucwerk door de Napolitaanse Michele Santullo (1717).

Vanaf het plein voor de Duomo heb je een prachtig uitzicht over Sasso Barisano. We lopen naar beneden de wijk in om het volgende museumpje te bezoeken, de Casa grotta “C’era una volta”. De woning is in kalksteenrots gegraven. Het enige gebouwde deel is de ingang waar de deur is geplaatst die samen met het raam, een minimale luchtcirculatie mogelijk maakte. De deur was de enige opening waardoor licht de kamer binnenkwam. In dit typische huis zijn 3 kamers te zien: het keukengedeelte, de stal en de ruimte waar het tweepersoonsbed staat, een hoogslaper, de wieg met de baby en ook een kleine ruimte die werd gebruikt als toilet. De huizen waren destijds nog niet voorzien van riolering. In de stal zie je een kleine ezel, de boer gebruikte deze als transportmiddel om het platteland in de. De ezel was een arbeidshulpmiddel voor het werk op het veld. Er zijn ook biggen en kippen, beide belangrijk voor het levensonderhoud van het gezin. De dieren werden niet alleen in het huis verwelkomd omdat ze een kostbaar goed waren, maar ook omdat er buiten niet veel ruimte was.

Hier tegenover vinden we de Sassi in Miniatura, gemaakt door Eustachio Rizzi. We zien hier de bekendste woningen en kerken uit de Sassi maar dan in het klein, heel mooi om te zien. Er is ook een souvenirwinkeltje bij waar ik een kerststalletje van tufsteen koop voor mijn verzameling.

We hebben voor vandaag genoeg gezien en gelopen, we gaan terug naar onze B&B om ons om te kleden. Daarna lopen we weer naar boven naar het Piazza del Sedile om een lekkere prosecco en Aperol Spritz te drinken terwijl we kijken naar alle toeristen om ons heen. Piazza del Sedile heeft de wat vreemd aandoende bijnaam ‘het vogelkopje’. Deze bijnaam verwijst naar de vogelvorm die Matera heeft – het Piazza del Sedile is van bovenaf gezien de ‘kop’ van de ‘vogel’. Het Piazza del Sedile werd vernoemd naar het stadhuis dat aan het plein ligt, het Palazzo del Sedile. Het werd opgericht in 1540 als zetel voor het stadsbestuur.Mooi is de voorgevel met zijn grote boogconstructie, geflankeerd door twee klokkentorens. Daarna gaan we wat eten bij Bollicine Bistro, een mooie afsluiter van een prachtige dag!




Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!